Laatste waarnemingen zijn gedaan in 2017.
De wandeling in PDF formaat.
De totale plattegrond in JPG formaat.
Deel 1 van 3 van de plattegrond in JPG formaat.
Deel 2 van 3 van de plattegrond in JPG formaat.
Deel 3 van 3 van de plattegrond in JPG formaat.
Toelichting route in PDF formaat uitgaande van de plattegrond.
Begin van de rit: Setasiun Poncol, Jl Imam Bonjol.
[1938] Ook de spoorwegverbindingen voldoen maar matig aan de eischen die de industrie [...] stelt. Vooreerst missen we nog steeds de directe Oost-West verbinding Tusschen het eindstation Pontjol van de Semarang-Cheribon lijn, met het station Tawang voor de verbindingen met Soerabaia en Djocja. [Locale Techniek-7-2, 31] Deze verbinding is pas in de Japanse tijd tot stand gekomen.Station Semarang-Pontjol werd door H. Maclaine Pont in 1914 gebouwd voor de Semarang Cheribon Stoomtram Mij. De zwart-witte tegelpatronen op de voorgevel zijn weg-gepleisterd. Ook de uitspringende rand boven de vensters is verdwenen. |
Tegenover het station, aan de westkant van de kruising met de Jl Tamjung lagen officierswoningen.
|
Ga de Jl Imam Bonjol in zuidwestelijke richting.
Ga rechtsaf de spoorweg over en volg de Jl Hasanudin.
Ongeveer 300 m. na de spoorwegovergang lag rechts het Fort Prins van Oranje.
Prins van OranjeAchter het station lag vroeger Fort Prins van Oranje, dat door Van den Bosch tussen 1835 en ‘42 is gebouwd; de stad bleef overigens onversterkt. ![]() Aan uw linkerhand, in de vlakte die zich tot aan zee uitstrekt, verrijst het steenen reduit van een nieuw groot fort met half voltooide wallen en grachten; en aan uw rechterzijde lachen u weêr villa’s en tuinen en bloemen toe. Van Palembang reisde ik, na mijn veroordelingen, via Batavia – waar ik een paar weken in het Provoosthuis doorbracht – naar Semarang, en deed daar, einde juni 1884, mijn plechtige intocht op het fort Prins van Oranje, een van de reeks forten, na de Java-oorlog van 1825–’30 opgericht, en dat, sedert enige tientallen jaren, tot militaire gevangenis diende. Buiten de stad ligt het fort ‘de Prins van Oranje’ als een monument van het sic-transit! want wat eertijds een sterkte was is nu een grootendeels in modder en klei weggezonken sta in de weg. Gelukkig dat Semarang voorloopig geen fort meer noodig zal hebben om het te beschermen, want ‘de Prins van Oranje’ zou nu op Java tegenover Duitschers, Franschen of Engelschen een slechter figuur maken dan eertijds te Quatre-bras. [Cohen, Alexander – In opstand, 100-101] Meer informatieIk ga de poort binnen, waar niets is veranderd. Links de gekoolteerde deur van de Ziekenzaal, rechts de ingang naar de chambrées. Voor mij uit, de brede, houten trap die naar de binnenplaats voert, waar wij ’s morgens om zes uur en om één uur in de namiddag, ‘aantraden’ voor het werkappèl; de binnenplaats, waar het mandihok was met de lekstenen, en de cachotten, en het magazijn; Ik zou ook nù nog, een kleine vijftig jaar na dato, deze staat van zaken niet verklapt hebben, als het fort Prins van Oranje nog tot militaire gevangenis diende. Maar Pontjol is, sedert mijn verblijf daar, een onschuldig militair kledingmagazijn geworden, wat ik – ik bracht er, in februari 1905, een bezoek als toerist – uit eigen waarneming weet. [1906] Buiten en ten westen van den Bodjongschen weg ligt het fort Prins van Oranje, dat grootendeels in de slappen modderbodem is weggezonken. [Reisgids voor Nederlandsch-Indië, 72] [In het tweede decennium van de 20ste eeuw werd er een renbaan aangelegd op het ruime terrein van het fort.][1938] De Renvereeniging geeft op de race-baan achter Pontjol eenige malen per jaar goede paardenwedstrijden te zien, waaraan meestal genoeglijke feesten verbonden zijn. [Locale Techniek-7-2, 29a]. |
Ga na ± 900 meter schuin rechts: Jl Taman Hassanudin en volg deze weg tot aan de Semarang rivier, de ‘Kali Lama’.
Aan deze kant van de oude spoorbrug links, lag ‘de oude Boom’.
Lama
Toen het zover was, dat tante, ofschoon nog erg zwak en bleek, aan tafel kon komen en wij allen over haar aanvankelijke beterschap in de wolken waren, kwam het schip de Rapide op de rede en waren wij genoodzaakt ons neefje in ontvangst te nemen. Meer informatieDe haven of liever de reede van Samarang is op verre na zoo veilig niet, als die van Batavia en Soerabaya, integendeel ligt zij schier voor alle winden bloot. De ingang van de rivier wordt door eene modderbank belemmerd, en is bovendien moeilijk te verkennen, vooral des avonds of des nachts, omdat zij bijna geheel in het kreupelbosch van het strand verholen ligt. Nabij de monding [van de rivier] richtte men in het belang der scheepvaart bakens en lichtopstanden, terwijl ter verzekering van de nering der in- en uitvoerrechten en accijnzen aldaar ook douanekantoren (Boomen) werden opgetrokken. De ‘functie’ van de Kali Semarang. [Gedenkboek Semarang, 122, 123, 124] ... de Semarang-rivier, waarvan de benedenloop Kali Lama geheeten, de verbinding vormde voor het handelsverkeer tusschen wal en reede.Kon eertijds met deze smalle en bochtige waterweg worden volstaan, langzamerhand toen meerdere schepen op de reede kwamen en het prauwenverkeer drukker werd, veroorzaakte de smalle rivier en vooral de natuurlijke bankvorming aan de monding der rivier veel hinder en overlast, waardoor maatregelen moesten worden genomen om hieraan een einde te maken. Aangewezen als men toen was op primitieve hulpmiddelen, om de uit de hand gegraven vaargeul door bamboezen schermen tegen opslibbing te vrijwaren, hadden deze weinig effect, omdat de beschermingsmiddelen niet in staat waren den strijd tegen de natuur-elementen vol te houden. Men begon dan maar weer van voren af aan en op deze wijze werd getracht de prauwvaart zoo goed en zoo kwaad als het ging in stand te houden. [...] De vele moeilijkheden, welke de prauwvaart ondervond, leidden er toe, dat in 1854 besloten werd tot het graven van een nieuwe verbinding [...] met zee, het z.g. Nieuwe Havenkanaal. [Gedenkboek Semarang, 141] |
Ga bij de rivier rechtsaf: Jl Boom Lama (Oudeboomstraat).
Ga, na 1 km., op de T-kruising linksaf en daarna met de weg naar rechts.
De woede van Tillema. [Van Wonen, 99, 138] |
Ga linksaf: Jl Yos Sudarso (Kalibaroe West) en ga de Kali Semarang over. →
Rechts: kanaal en sluizen.
De vele moeilijkheden, welke de prauwvaart ondervond, leidden er toe, dat in 1854 besloten werd tot het graven van een nieuwe verbinding van de Semarang-rivier met zee, het z.g. Nieuwe Havenkanaal of Kalibaroe. Door de uitmonding van dit kanaal tusschen twee havendammen ongeveer tot dieptelijn van 1.80 meter benedengemiddeld laag water in zee uit te brengen, hoopte men het ontstaan van groote aanslibbing in de vaargeul te kunnen voorkomen. Het Havenkanaal werd 1180 meter lang, terwijl de oevers voorzien werden van kademuren. De breedte tusschen de kademuren was 23 m., terwijl de onderlinge afstand der havendammen 65 meter bedroeg. Het kanaal werd ten slotte met de Semarang-rivier in verbinding gebracht door een schutsluis, om den aanvoer van rivierslib in het kanaal te weren. [Gedenkboek Semarang, 141-142] |
Blijf aan de westkant van het kanaal en volg de Jl Sudarso in noordelijke richting.
Links: Marabunta (Pakhuizen van het Oei Tjong Ham-concern).
[Bouwer – Het vermoorde land, 326] |
Ga linksaf Jl Martadinata, maak U-turn en ga, voor de brug, linksaf.
Links: Menara Pelabuhan (Vuurtoren).
[Van Maurik – Indrukken van een Tòtòk, 191] |
Recht vooruit: de rede.
Rede![]() Semarang heeft een zeer onstuimige rede, maar een haven en kaden waar de schepen rustig zouden kunnen laden en lossen, bestonden niet. De verbinding tussen op de rede liggende schepen en de wal werd door lichters onderhouden, maar spookte de zee te gevaarlijk, dan werd de blauwe vlag gehesen, ten teken dat verbinding niet mogelijk was.
[Vervoort – Vanonder de koperen ploert, 106,108] Meer informatieEen droef gebeuren was de aanleiding tot die onverhoopte kennismaking. Wij brachten onze vrienden, de familie Ovink weg, en aan boord van 't stoombootje, dat ons naar de groote boot bracht, die onze vrienden van ons wegvoeren zou naar hun eigen land, ontmoetten wij den heer Royaards, die ook de familie Ovink uitgeleide deed. Ik heb het mijne de volgende dag, liggende op de reede voor Semarang, aangetrokken, maar toen waren alleen nog maar de twee luitenants met hun vrouwen aan boord en die waren alzo aan hun eigen pak gewend, dat ze aan het mijne geen aandacht schonken. Naar Australië – Tweemaandelijkschen dienst van Batavia naar Melbourne via Semarang, Soerabaja, Brisbane en Sydney, vice versa met den modern ingerichten stoomer ‘Houtman’ van 8000 tons waterverplaatsing. Alleen eerste en tweede klasse passagiersinrichting, alle hutten midscheeps. Geneesheer, Coiffeur, Hofmeester en Linnenjuffrouw aan boord. Electrische wasscherij, Electrisch licht en waaiers in alle hutten. [Het Indische Leven, 1-1, II] |
Rechts: de havens.
[1936] Door opspuiting van het stuk, Oostelijk van het Noordelijk deel van het havenkanaal, is daar thans een kanaal van ongeveer 200 m breedte gevormd. Zuidelijk daarvan is het kanaal nog smal, doch ook daar wordt verbreeding uitgevoerd waardoor het daar eene breedte van 300 m zal krijgen. De slibzuiger Kawi zal dit uitdiepen door baggeren; de Kawi die 3.60 m steekt, kan eene diepte van 5 m baggeren, waarna het mogelijk is een grooteren slibzuiger, die bijv. 5 m steekt, tot eene beduidend grootere diepte te laten baggeren. Het kanaal zal, in de middenstrook, eene diepte van 5 m krijgen; dit wordt in de naaste toekomst bereikt, zoodat de meeste booten der K.P.M. dan kunnen binnenstoomen. [Locale Techniek-5-3, 83]. |
Ga terug naar de brug en ga linksaf Jl Martadinata (Tambaksari – Tjemaralaan).
Ga, na 1 km., bij de eerste afslag van de snelweg af.
Maak een U-turn, ga onder de snelweg door en volg de Jl Ronggowarsito (Spoorlaan).
Rechts: na ongeveer 250 meter, Jl Kebonharjo Raya – op die hoogte ligt:
Links: Sporland 1, de plaats van het eerste station van Semarang, gebouwd in 1867.
Station![]() Ook het stationsgebouw te Semarang is een bêtise. In plaats van in de stad, ligt het aan het strand; zoodat thans te Samarang hemel en aarde bewogen wordt om koncessie te bekomen voor een tramway – van de stad naar het station! Dat gebouw, hetwelk niet veel minder dan een millioen gekost heeft, staat bijna geheel ledig (toen ik het bezocht, maakte het op mij den indruk van een kerkhof), en zal weldra, wegens scheuren en verzakken, zware reparaties eischen. [Huet – Brieven II, 60-61] Meer informatieDe karrevrachten tusschen Solo en Semarang met een gemiddelde belasting van 6 pikol (360 K.G.) stegen geleidelijk van f 15 tot f 30. Thans, nu de suikerproductie intusschen meer dan vertienvoudigd is, zou vervoer naar de afscheepplaatsen met de oude vervoermiddelen ten eenenmale ondenkbaar zijn. [...] zoo kwam toch in 1873 de eerste spoorlijn in Indië tot stand, met regeeringsgarantie, en gedeeltelijk met Fransch en Engelsch kapitaal. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw - 6, 278]. ... een consortium, bestaande uit de heeren Poolman, Fraser en Kol, waarbij zich later de heer Ament voegde, [vroeg] concessie aan voor het aanleggen en exploiteeren van een spoorweg van Semarang over Solo naar Djokja. Over deze aanvraag, waaraan een verzoek om rentegarantie gekoppeld was, liepen de meeningen zeer uiteen. [...] Toen de concessie aan de inmiddels opgerichte Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij overgedragen was, werd onder leiding van den hoofdingenieur J.P. de Bordes spoedig met den aanleg begonnen; den 17en Juni 1864 werd in tegenwoordigheid van den Gouverneur-Generaal de eerste spade in den grond gestoken. [De Koloniale Roeping, 4-6] De eerste of stamlijn had ten doel de bloeiende Vorstenlanden Soerakarta (Solo) en Djokjakarta (Djokja) met hunne natuurlijke haven Semarang te verbinden. Deze hoofdlijn Semarang – Vorstenlanden met haar zijtak Kedoeng Djattie – Willem I, thans samen lang 206 K.M., werd wat haar laatste baanvak Solo – Djokja betreft, op 10 Juni 1872, en, wat betreft den zijtak, op 21 Mei 1873 voor algemeen verkeer opengesteld. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 23 – 31] |
Ga, na 875 m., linksaf Jl Pengapon (Pengapon).
![]() |
Links: op de hoek. (Deel van het voormalig Hoofdkantoor N.V. Semarang–Joana Stoomtram-Maatschappij: SJS.).
|
Rechts: na 350 m., Jl Sumur Bong, de zuidwestelijke grens van het voormalig Europees Kerkhof.
Aan Jl Sumur Bong ligt een parkje.
![]() “Daar liggen haar ouders,” had oom gezegd, “en daar moet zij ook liggen.” [...] De dominee hield een redevoering, die ik volstrekt niet mooi vond. De toon van zijn stem was zo verschrikkelijk larmoyant en werkte zo op mijn zenuwen, dat opnieuw de tranen kwamen; ja ik zag bij onbekenden, die zeker nooit over de dood van tante Jet gehuild zouden hebben, tranen in de ogen komen. Toch was het de meest gewone grafrede, beginnende met de eenvoudige verklaring, dat wij daar stonden aan een geopend graf en eindigend met het amen van een kort gebed. Maar oom, die evenals ik een sanguinistische natuur had en dus erg gauw aangedaan was, geraakte zo onder de invloed van de toon van dominees stem, dat hij het letterlijk uitbulderde en ik hem steunen moest; anders zou hij ineengezakt zijn [Daum – Uit de suiker in de tabak, 167-168] |
Links: Depot Pertamina (voormalig terrein van Dordtsche Petroleum maatschappij).
De opkomst der olie-industrie begint pas in 1888 met de oprichting der Dordtsche Petroleum Maatschappij door den mijningenieur A. Stoop. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 8-10] Nog werd het noodig gevonden eene kleine raffinaderij te bouwen te Semarang met blikkenfabriek, opslagplaatsen, pakhuizen, enz., die het ruwe product verwerkte, dat in den beginne van Tjepoe werd aangevoerd, maar later hare grondstof kreeg uit de Concessie Djepon, eveneens in de Residentie Rembang. [Nederlandsch Indië oud & nieuw-13, 71]. In een den 24en Juli te Amsterdam gehouden buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders der Dordtsche Petroleum Industrie Mij., kwam in behandeling het voorstel om de directie te machtigen om over te gaan tot de verwisseling van de aandeelen der Dordtsche Petroleum Maatschappij in aandeelen ‘Koninklijke’ en aandeelen ‘Shell’. [De Locomotief, 24 Augustus 1911] |
Rechts: De voormalige ‘Pabrik Rokok Sampurna’.
In verband met den bouw van een cigarettenfabriek door de Britisch American Tobacco Co. werd [in 1929] besloten tot den aanleg van een weg, loopende tusschen Pengapon en Kobong. De weg zou den naam krijgen van B.A.T.weg, terwijl de betrokken N.V. zich verbond den voor wegaanleg benoodigde grond kosteloos aan de Gemeente te zullen afstaan. De kosten werden geraamd op f 9300. [Gedenkboek Semarang, 103] |
Maak met de weg een ruime U-bocht naar rechts: Jl Raden Patah (Kangwe – Kobong).
Binnen deze 180º bocht, rond de voormalige Lunette 2, lag de kampong Kaoeman. Het voorlopige plan is namelijk iederen avond dan wel eenige malen per week in het S.I.-kantoor in de kampong Kaoeman een koempoelan te houden, waarop de bestuursleden bij beurten verschillende onderwerpen zullen behandelen, welke van practische waarde vooral voor de leden, die niet kunnen lezen of schrijven, zijn. Zoo bijvoorbeeld stelt men zich voor de in den gemeenteraad geslagen besluiten te behandelen, daar vooral door wanbegrip van de inlandsche ingezetenen vele bezwaren hiertegen worden geopperd. Voorts is het bestuur gebleken, dat er nog geen 1 pCt. der leden iets bekend is van het staatsrecht, de kennis hiervan strekt zich slechts uit tot het betalen van deze of gene belasting. [De Locomotief, 19 Februari 1917]. |
Links: het voormalige terrein Kobong.
Als eerste [vuilnis]beltterrein werden de moerassen ten Zuiden en ten Oosten van Kobong in gebruik genomen. Bij het terrein dat thans nog als zodanig in gebruik is en waarop reeds in 1917 paardestallen waren opgericht, werd in 1918 begonnen met den bouw van een loswal en werden in 1919 de railbanen gelegd. [Gedenkboek Semarang, 130] |
Links: nr. 210 – PT. Nyonya Meneer; het woonhuis van Nyonya Meneer van 1895-1978, de oprichtster van de kruidenfirma Djamoe Njonja Meneer Tjap Portret. Ook hier zijn de gevolgen van inklinking van de grond zichtbaar.
[Haasse – Sleuteloog, 40-41] |
Ga linksaf: Jl Widoharjo, na de kruising genaamd: Jl Cipto (Nieuw Holland – Mlaten Tiangwi).
Na 400 m. grote kruising,
Rechts: op de hoek: SMP 6 (Gemeentelijke Handelsschool – 1924, Karsten – Schouten).
|
Na 100 m., links: 8b Jl Serayu I - Mlaten Treng Gulum.
Van deze, door de gemeente aangelegde, kampong Mlaten zijn de kleine huisjes voor het merendeel verbouwd. Er zijn echter nog enkele min of meer originele exemplaren te zien. (1925/1929, Karsten – Schouten.)
De ingang vanaf de Jl Cipto is op onderstaande plattegrond aan de linkerkant.
De ‘niet-hoekige’ percelen zijn / waren bedoeld als pleintje / groenstrook.
![]() |
Kampong Mlaten![]() Het eerste object waarmede de vennootschap zich bezig gehouden heeft, is de aankoop en het in-exploitatiebrengen van het Land Mlaten. De eigenaren van dit particuliere Land hadden moeilijkheden met de voor het perceel verschuldigde belasting te betalen en geen geld om het land in exploitatie te brengen. Daarop boden zij het land aan de Gemeente te koop aan, die het aanbod doorgaf aan de N.V. Volkshuisvesting. Het bleek, dat het land voor f 75.000,- gekocht zou kunnen worden, wat bij een oppervlakte van 159.390 M². neerkomt op f 0,47 per M². De 1899 mensen die in de 663 huisjes*] en warongs kwamen wonen, waren als volgt verdeeld: 1180 Inlanders, 7 vrouwelijke Oosterlingen, 505 Chinezen en 207 Europeanen. [Locale Techniek -1,10-19] [*Het totale complex was groter dan het gedeelte dat op de bovenstaande plattegrond is weergegeven.]Meer informatieBij besluit van 29 October jl. verleende de gemeenteraad aan de N.V. ‘Volkshuisvesting te Semarang’ een subsidie van f 25.000.- ten behoeve van den aankoop en het bouwklaar maken van het particuliere land Mlaten. [De Locomotief, 14 Februari 1927 (3,2) Gemeentelijke kampoeng-exploitatie zooals de reeds meergenoemde kampoeng Mlaten te Semarang met woningen van f 3,50 – f 10,- huur ’s maands wordt ten zeerste geappricieerd zoowel door Inheemschen als niet-Inheemschen, terwijl naar schrijver dezes heeft vernomen, genoemde exploitatie zich zelf geheel kan bedruipen. [Locale Techniek-4-3, 12, 16] |
Na 350 m., links: Rumah Penyimpanan (Strafgevangenis voor Inlanders).
Gevangenis![]() In de verschillende gevangenissen van Java schijnt geen uniformiteit te bestaan op het punt van eten. Semarang werd geprezen. Gevangenen beweerden, dat men daar het eten van de Landstorm kreeg. En zelfs belegde boterhammen! De inspecteur in Soekamiskin geloofde daar niets van. Misschien kreeg de gevangene dat eten, toen hij nog preventief gevangen was. Meer informatie
[1919] Overvulde gevangenissen zijn in alle opzichten ellendig. De directeur kan er niet den toestand krijgen, dien hij wenscht en het is absoluut verkeerd om een gevangenis, die maar bedoeld is voor 400 personen, zooals te Semarang, te vullen met 600 menschen. Dat geeft ongewenschte toestanden. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift -22, 287]. Kleermakerij in het dwangarbeiderskwartier te Semarang.→ Ze arresteerden me, namen me mee naar Salatiga, en na een paar dagen stuurden ze me naar de gevangenis van Semarang. Daar had je A-, B-, C- en D-gevangenen. A waren de politieke gevangenen, ik was B: krijgsgevangene. De cel zat bomvol met zestien, soms wel 32 mensen. Er was een piepklein raampje van tien centimeter. We hadden geen matras en geen hoofdkussen. Als je naar het toilet moest, kon iedereen je zien.[Reybrouck – Revolusi, 404-405] |
Rechts: no. 31-33 – Sobokarti (Volkstheater Sobokarti, 1930 – Karsten).
Sobokarti![]() Maar bovendien moet de vereeniging over middelen kunnen gaan beschikken om op den duur haar eigen gamelan te verkrijgen, haar eigen kostuums, moet zij haar eigen korps njogos zien te krijgen en zich onder de genoemde Solosche leiding tot een goed en vast orkest zien te vormen. En hoopt de vereeniging op den duur op een beter en vooral ruimer gebouw, zoo zijn thans dadelijk enkele eenvoudige aanvullingen aan de genoemde paseban nodig, waarbij ook een verlichting, om die voor de opvoering geschikt te maken. Maar ... voor dit alles is gèld nodig. Meer informatieNaar wij vernemen heeft de Vereeniging Sobo Karti tot iets nieuws besloten, welk voornemen reeds op een voorloopige vergadering werd besproken, en nader zal worden uitgewerkt op een bijeenkomst ten huize van de heer Slamet. |
Vervolg de Jl Dr Cipto (Redjosari – Karreweg).
Na 1200 m. rechts: Jl Kartini.
In de Jl Kartini ligt rechts: SDN Sarirejo Kartini (Kartini school – 1915, Atmodirono, de Graaff, werkzaam bij Maclaine Pont).
Kartinischool![]() Ik zal je naderhand een copie zenden van de circulaire van Mr. Abendanon aan de hoofden van gewestelijk bestuur, de oprichting dier scholen betreffend. ”Ten allen tijde is de vooruitgang der vrouw een belangrijke factor tot volksbeschaving gebleken." “De intellectueele ontwikkeling der Inlandsche bevolking kan niet krachtig voortschrijden, indien de vrouw daarbij achterblijft." “De vrouw, als de draagster der beschaving!" De school staat op een zeer groot stuk grond, waarop later andere onderwijsinrichtingen en woningen voor onderwijzeressen kunnen komen. Ook de verkrijging van dezen grond is de vereeniging te Semarang verschuldigd aan de welwillende medewerking der overheid. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 306-307]. Meer informatieEn in de Inlandsche vrouwenwereld zelf, voor zoover wij 't weten, is men er enthousiast over. Allen die wij er over spraken, wenschten weder kinderen te zijn om mede van 't onderwijs te kunnen profiteeren. En heerlijk! de Inlandsche scholen te Pati, Koedoes, Japara en in de districten kunnen u de eerste zichtbare bewijzen van succes van het mooie werk toonen: daar gaan reeds eenige volksmeisjes school en haar aantal neemt toe. De Kartini-school. De correspondent van het Soer. Hblad te Semarang schreef aan dat blad: In 1911 verscheen, zooals gezegd, het Kartiniboek. Uit de opbrengsten daarvan, en uit tal van milde bijdragen, werd in September 1913 [in Den Haag] opgericht het ‘Kartinifonds’, waarin de heer en mevrouw Van Deventer vooral de leiding hadden. Op Java ontstonden plaatselijke Kartinivereenigingen, gedeeltelijk door het Kartinifonds gesteund met geld en organisatiehulp. Deze richtten op de groote plaatsen Kartini-scholen op, die in haar inrichting ongeveer overeenstemden met de Gouvernements Hollandsch-Inlandsche scholen, zooals die toen juist werden georganiseerd, d.w.z. dat zij van het begin af al Hollandsch op het leerplan hadden en dus de kinderen opnamen van het zesde jaar af. In de groote plaatsen was het gemakkelijk deze scholen vol te doen loopen, zij het dan ook niet alleen met die meisjes, voor welke zulk onderwijs in de eerste plaats was gedacht en bestemd, n.l. die uit de hoogere standen. [Indië, geïllustreerd weekblad, 7, 677]. Van Heutsz moet langdurig hebben gesproken, over het Kartinifonds, het belang van ‘opleidingsscholen voor inlandsche meisjes’ en over de eerste honderd meisjes die les kregen aan de Kartinischool in Semarang. [Uit naam van de majesteit, 282-284] Vereeniging ‘Kartinifonds’. |
Rechts: SMK 2 “1908” (Ambachtsschool voor Inlanders).
Ambachtschool![]()
[Koch - Verantwoording, 73-74] Meer informatieOok van gouvernementswege wordt er op ’t oogenblik aardig wat gebouwd te Semarang. Aan den Karrenweg verrijst de Ambachtsschool voor Inlanders, welk gebouw reeds grootendeels gereed is. Het hoofdgebouw bevat vertrekken voor den directeur der school en den chef d’atelier, een instrumentenkamer. Een bibliotheek en eenige bergplaatsen voor boeken en leermiddelen. Aan weerszijden van het hoofdgebouw strekken zich twee vleugels uit, elk bevattend een leslokaal van 7 bij 9 en een teekenzaal van 9 bij 12 Meter. De beide vleugels zijn voor aanmerkelijke uitbreiding vatbaar. Een overdekte overloop voert naar een recreatieloods en de privaten etc. Afzonderlijk worden gebouwd een woning voor den Inlandschen mandoer-concierge en twee werkplaatsen, waarvan de eene dienen zal voor bankwerken, smederij, ketelmakerij, koper- en blikslagerij, de andere voor timmeren, metselen, wagenmaken, hoefsmederij, meubelmakerij, schilderen en rotan-bewerking. Deze twee werkloodsen zijn 9 Meter breed en hebben eene gezamenlijke lengte van 130 Meter. Het gebouw kost f 64.000 en met de inrichting zal nog f 30.000 heengaan, zoodat in ’t geheel zal worden besteed omtrent f 100.000. [De Locomotief, 5 April 1910]. Naar wij vernemen, zal de vacantie bij de Hoogere Burgerschool alhier, die 4 weken zal duren, beginnen op 24 dezer, en die bij de Semarangsche Ambachtsschool en andere gouvernements scholen, voor 10 dagen, op den zelfden datum. [De Locomotief, 21 September 1910c] |
Ga na 800 m. linksaf Jl Halmahera (Halmaheiraweg); het voormalig interneringskamp Halmaheira.
Halmaheirakamp![]() ← Halmaheira 63. [Koch - Verantwoording, 244-245] Meer informatieWe gingen naar een ander kamp, dat ook in Semarang lag. In beide kampen waren mensen gestorven. Ze konden worden samengevoegd, al moesten in het begin nog mensen buiten slapen, onder afdakjes van kisten en pisangblaren tegen de moessonregens. Die moesten wachten tot er meer doden kwamen en zij de lege plaatsen konden innemen. Toen reed ik weg. Ik zwaaide en bleef achterom kijken. Ik was vrij. Ik zag het kamp van buiten het hek, de straat waar we op hadden uitgekeken wanneer de poort openstond. Aan weerskanten waren de huizen met de grote tuinen en de groen uitgeslagen terrasmuurtjes. De mensen hadden er al die tijd gewoond. [Uit het dagboek van een vrouw die geïnterneerd was in het kamp Lampersari:] In het vrouwen- en kinderkamp Halmaheira (een van de kampen te Semarang) deed een Japans kamphoofd zijn intrede die zo hard sloeg, ‘dat hij onmiddellijk de bijnaam 'Satengah mati’ kreeg, wat ‘half dood’ betekent. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 754-755] Eén geval van weigering is bekend: in het Halmaheirakamp te Semarang werd in augustus '44 door negen geïnterneerde vrouwen geweigerd, soldatenpetjes te maken. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 763-764] Hier stierven al verscheidene onzer. Onder hen was Pa Van der Steur, de brave, een-en-tachtig jaar oude prediker, die in een kolonie bij Magelang zijn leven gewijd had aan zorg voor arme Indo-kinderen. Het Militair Tehuis Oranje Nassau veranderde gaandeweg in de inrichting van ‘Pa’ van der Steur, waar vele actieve en ex-militairen aanklopten om hun kinderen voor goed of tijdelijk te deponeeren. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 409-422] Misschien wel den meest populairen man van Ned.-Indië, Pa van der Steur, [Het Indische Leven, 7-9, 1096] Er zijn weinig menschen, die op een zoo welbesteed leven kunnen terugzien als de heer Van der Steur. [Insulinde, 146-147] Pa Van der Steur, een van de bekendste Indische figuren, die zich het lot van misdeelde kinderen heeft aangetrokken, schijnt in Magelang (Midden-Java) te zijn aangehouden. Hij zou hebben geweigerd de naam van zijn instituut –‘Oranje-Nassau Stichting' – te veranderen. Pa van der Steur is al in de 70. Op 21 augustus werd, zoals eerder vermeld, op Java door het Japans militair bestuur officieel bekendgemaakt dat Japan de strijd had gestaakt – nadien duurde het in de meeste kampen toch nog één of twee dagen voordat zulks door of namens de Japanse kampcommandanten aan de geïnterneerden werd meegedeeld (die mededeling bleef in minstens één kamp, het Halmaheira-kamp te Semarang, achterwege). [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11c, 524] In Semarang kreeg omstreeks 1 september [‘45] Eliza Thomson, die met drie andere geïnterneerden uit het Halmaheira-kamp de stad was ingegaan om boodschappen te doen, te merken dat er in de houding van een deel van de Indonesiërs iets was gewijzigd. De wandeling was ‘geen onverdeeld genoegen’; moest in de schaduw even gerust worden, dan kon men niet lang blijven staan, ‘omdat oproerige inlanders het ons moeilijk maakten. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11c, 577-578] |
Ga rechtsaf Jl Barito.
Ga, met U-turn, rechtsaf: Jl Sudiarto (Jl Majapahit) (Pandean Lamper / Karang Tempel).
Rechts, na 500 m.: SMP 2 (Openbare Mulo school).
Mulo school![]() Het m.u.l.o. sluit aan bij het onderwijs in de zevende klasse der gewone lagere school; de scholen zijn, behoudens den eisch dat de candidaat de 7e klasse eener gewone lagere school hebben doorloopen, toegankelijk voor alle landaarden en voor beide seksen. Het schoolgeld bedraagt evenveel als voor de gewone lagere school en voor leermiddelen en schrijfbehoeften wordt maandelijks f 2 en f 0.50 in rekening gebracht. [De Locomotief, 27 April 1910]. Zooals men weet is de M.U.L.O.-school verbonden aan de eerste school C. op Karang-Tempel; op het schoolerf zullen daarvoor de noodige schoolgebouwen, drie gewone leslokalen benevens een teekenzaal tevens lokaal voor ’t nemen van natuurkundige proeven worden ingericht. Plan en teekening zijn al geruimen tijd klaar; kalisteenen liggen op ’t schoolerf. ’t Begin is er dus; waar is ’t eind? Over ’n jaartje misschien. [De Locomotief, 4 Juli 1910]Meer informatieDe Semarangsche Technische Avondschool. Men schrijft ons: Deze school, opgericht in 1913 en waarvan de lessen in de Muloschool alhier worden gegeven van 6-9 uur in den vooravond, oorspronkelijk 5, later 6 malen in de week, heeft ten doel de vorming van bouwkundigen ongeveer overeenkomstig de reglementen van de van staatswege gestichte K.W.S. te Batavia en de K.E.S. (technische school) te Soerabaja. Genoemde school is een onderdeel van de vereeniging Mangoen-Hardjo ter plaatse, van welke de stichter is de welbekende heer Atmodirono*], architect ter plaatse. [De Locomotief, 21 Juni 1917] *] Hij was lid van den gemeenteraad van Semarang van af de instelling der gemeente. Wars van tribune-reclame, sprak hij weinig in het openbaar, maar in de technische commissie van den gemeenteraad heeft hij degelijk en goed werk verricht. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-5, 362-365] |
Ga linksaf: Jl Kompol Maksum (Peterongan).
Ga scherp rechts Jl Haryono (Jl Mataram) (Bangkong).
Rechts: SMA Sedes Sapientiae – Gereja Bangkong (Instituut Zusters Franciscanessen – jongensweeshuis en -internaat).
|
Ga rechtsaf Jl Sudiarto (Karangtempel).
Ga rechtsaf: Jl Kompol Maksum.
Ga op viersprong linksaf Jl Sompok (Sompok).
Vanaf maart ’43 tot december ’44 lag noord en zuid van de [Jl] Sompok het interneringskamp Sompok Lama voor Nipponwerkers met hun gezinnen en vervolgens voor o.a. Britse vrouwen en kinderen. |
Voor het overige, grooter deel, is Sompok bestemd voor kampongbouw, waartoe het terrein, dat gemakkelijk te assaineeren is en door ligging ten opzichte van de tramlijn gunstig ligt, zich goed leent. Een beginsel-besluit van den gemeenteraad (begin 1907) om tot den bouw van 5000 gemeentelijke woningen [voor een deel van hout en bilik] over te gaan (de pest dwingt tot maatregelen inzake volkshuisvesting) zal een spoedige exploitatie van Sompok in de hand werken. Het gehele Sompokplan kan voorzien in de volkshuisvesting van 11000 tot 12000 zielen. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-6, 154-155]. |
Ga de brug over het afwateringskanaal over en daarna rechtsaf: Jl Sompok.
Rechts: SMP 39 (Gouvernements Ambachtsschool); het noordelijke gedeelte van het interneringskamp Lampersari-Sompok.
InterneringskampOok in Semarang vond de internering eind ’42 plaats; hier kwamen in het stadsdeel Lampersari-Sompok uiteindelijk ca. achtduizend vrouwen en kinderen terecht, van wie sommigen uit andere plaatsen op Midden-Java en uit Soerabaja waren overgebracht. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 349-350] De lokalen van de Ambachtsschool dienden als ziekenzalen, kerk, schoollokalen etc., totdat ook deze als slaapzalen moesten worden ingericht. Alleen het ziekenhuis bleef tot het eind op de oorspronkelijke plaats – al was de ruimte volstrekt ontoereikend – maar school en kerk moesten ergens anders heen. [Vrouwenkamp, 81-82, 86].Meer informatie... het binnenplein van de Ambachtsschool. Hier werd gekookt en naarmate de bevolking van het kamp in aantal toenam, werden er steeds meer haarden gemetseld voor de open vuren, waarop enorme gamellen te pruttelen stonden met rijst, pap, djagoeng (maïs) of koolsoep. Het was zwaar werken in de gaarkeukens! ‘Eigenlijk’ was dat, aldus een geïnterneerde in het kamp Lampersari (Semarang) (elders was het niet anders), ‘een klein epos. De vrouwen die daar elke dag (en elke nacht) werkten bij de hete vuren, gewoonlijk op hun blote voeten, en de loodzware kooktanks moesten versjouwen en tillen op de slecht gemetselde m uurtjes die ook weleens afbrokkelden, waardoor zo’n kokende kookketel om viel en de gloeien de pap over de blote voeten stroomde, verrichtten een bovenmenselijke taak. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 766-768] In het vrouwen- en kinderkamp Lampersari wekte de kookploeg aanstoot. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 775] Gegevens over het uitdelen van de pakketten op Java bezitten wij slechts met betrekking tot enkele kampen. In mei '44 kregen in het vrouwen- en kinderkamp Lampersari (Semarang) telkens tien geïnterneerden één pakket (‘allerwegen is er gesmuld’), [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 798-800] |
Links: 60 Kompleks Grasima (Chineesch Hospitaal).
Wij vernemen, dat te Semarang een verbeterhuis voor misdadige jeugd zal komen, en dat het voormalig Chineesch hospitaal op Sompok voor dat doel verbouwd en uitgebreid wordt. [De Locomotief, 10 Januari 1917] Naar wij vernemen is de regeering voornemens het op Sompok in aanbouw zijnde verbeterhuis voor misdadige jeugd meer speciaal te bestemmen voor observatie-inrichting, dus feitelijk voor doorgangshuis. [De Locomotief, 23 Februari 1917] In de periode van het interneringskamp was dit gebouw een van de keukens. |
Steek na 250 m. de Jl Lampersari over (Lampersariweg).
De beide hoofdstraten van het kamp, Sompok en Lampersari, kruisen elkaar loodrecht, maar asymmetrisch, zodat elk verdeeld werd in een lang en een kort stuk. Wij woonden in de laatste huizen van het lange stuk van Sompok. [Vrouwenkamp, 81] 24 september[1945] Lady Mountbatten heeft ons kamp bezocht. Ze stond op het kruispunt op een kistje en sprak ons toe. Ze beloofde: ‘Without a month time, you will have a real bed and better conditions and circumstances’. Laat het waar zijn. Het blijft een verwarde en onbegrijpelijke toestand en we roepen steeds harder: waar blijft de bezetting [door geallieerde troepen] ? Vandaag op de terugweg naar het kamp zag ik op straat veel inlanders in groepen met aangepunte bamboes. Geen prettig gezicht. [Vrouwenkamp, 53 enz.] |
Rechts: 85 (Sompokweg 85).
![]() |
Rechts: SD Lamper Kidul 2 (Hollandsch Inlandsche school – 1919 Bureau Karsten, Lutjens, Toussaint – lag buiten het interneringskamp).
Naar het oordeel van verschillende deskundigen is thans te Semarang voldoende voorzien in de behoefte aan H.I. onderwijs, zij die dit onderwijs willen genieten kunnen allen een plaats krijgen. [De Locomotief, 11 Januari 1927 (3,2)] |
Ga rechtsaf Jl Tentara Pelajar (Mritjan).
Ga linksaf Jl Wahidin Sudirohusodo (Tanah Poetih).
Na ± 600 meter rechts: ‘Geboomte’ (Hotel Tjandi – Brood- en banketbakkerij – Electrische Wasscherij).
We besloten onze vrouwen te laten overkomen en onder te brengen in het nabijgelegen Hotel Tjandi. Berendsen besprak de kamers (met een prachtig uitzicht over de heuvels en de zee) en hij was het ook die achter de barak op zoek ging naar een opening in het prikkeldraad om ongezien het kampement te kunnen verlaten. Na het avondappel verlieten Berendsen en ik zo geruisloos mogelijk de slaapzaal en verdwenen via een ravijn. Niemand heeft ons ooit verraden. [Nieuwenhuys – Een beetje oorlog, 20-21] |
Volg de weg naar rechts en ga schuin rechts: Jl Sisingamangaraja (Kenarielaan).
Oud Tjandi
Er zijn in Java, behalve Batavia, twee groote steden, die wedijveren met haar in importantie. Er is Semarang, maar de toerist zoû Semarang nog kunnen uitschakelen, al zoû hij dan ook missen de bizonder mooie en frissche heuvelwijk, waar, in zicht van de zee, de moderne villa’s verrezen zijn.
[Couperus – Oostwaarts, 207] Meer informatie |
Ga rechtsaf Jl Sultan Agung (Oei Tjong Bing weg).
Nieuw Tjandi
Nieuw Tjandi is het westelijke deel van de bebouwing van het heuvelgebied zuid van Semarang.
Het ontwerp was van Plate, Directeur Bouw en Woningtoezicht van 1915-’17, en het is verder uitgewerkt door Karsten en Rücker, de directeur van gemeentewerken. De eerste wegen werden de Begotaweg [Jl Kariadi] en de Nieuwe Tjandiweg [Jl Parman] die zich voortzet in de Oei Tjong Bin weg [Jl Sultan Agung]. Deze kwam uit op de Karangpanas [Jl Wahidin], de oude hoofdweg naar het zuiden. Meer informatieNieuw Tjandi. Belangrijker dan het Sompokplan is het bouwplan voor het gemeentelijk heuvelland in Semarang, waarnaar sedert enkele jaren een geheel nieuwe bovenstad gebouwd wordt. Het plan omvat een oppervlak van meer dan 400 H.A. gemeentelijken grond en omsluit ook een klein deel van het zuidelijk daaraan grenzend nog onbebouwde particuliere land Tjandi. Is dit plan geheel in exploitatie gebracht – wat naar het tempo van uitgiften van perceelen in de eerste jaren binnen zeer afzienbaren tijd het geval zou zijn – dan kunnen de uitgestrekte, meer zuidwaarts gelegen terreinen zoo noodig na aankoop of onteigening voor bouwterrein in aanmerking komen. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-6, 155-156]. In de eerste jaren sedert de instelling der gemeente was de gemeenteraad de overtuiging toegedaan, dat de enige oplossing van het woningvraagstuk gevonden moest worden in een massa-verhuizing naar de Heuvels ten Zuiden der stad. De raadsleden Dr. De Vogel en de heer Tillema, de onvermoeide kampvechter voor betere woontoestanden in Indië, waren de promotors van dit denkbeeld. Het was te danken aan het initiatief van deze beide raadsleden, dat de gemeente de beschikking verkreeg over uitgestrekte bouwterreinen in het heuvelgebied. De regeering stond de gronden op zeer aannemelijke voorwaarden af tegen de prijs van een halven cent per M², maar de uitvoering van deze wijdsche plannen strandde op den onwil der bevolking om zich zoover van de plaats harer broodwinning te huisvesten. Op den duur is gebleken, dat het inzicht van de bevolking niet zoo verkeerd is geweest. Er waren terreinen te over, dichter bij het centrum der stad, die in betrekkelijk gezonde woonwijken konden worden veranderd. Het heuvelterrein kreeg een geheel andere bestemming, dan die, waarvoor het oorspronkelijk zou dienen: het werd op den duur de woonwijk voor de beter gesitueerden onder de Semarangsche bevolking. Als zoodanig is het en groot succes geworden en het Semarangsche Heuvelterrein heeft wijd en zijd in Indië de vermaardheid verkregen van een der aangenaamste, mooiste en gezondste woonwijken in deze landen te zijn. [Gedenkboek Semarang, 110]. |
Links: AKS - SMP Ibu Kartini (Van Deventer School, 1924 – Karsten – Schouten).
Van Deventer School![]() ![]()
Meer informatieVoor ingewijden was die mededeling echter niet nieuw, want twee jaar eerder had de Indische advocaat mr.C.Th. van Deventer zijn beroemd geworden artikel Een Ereschuld gepubliceerd, waarin hij er voor gepleit had het verarmde Indië te hulp te komen. [Vrijmetselarij, 144] Voor de van Deventerschool. Het comité ontving van den sultan van Jogja een gift van duizend gulden met de toezegging, dat later voor elke Jogjasche leerling f 15 ’s maands subsidie zal verleend worden. Van het van Deventer-comité te Bodjonegoro ontving het Semarangsche comité f 370. De leerlingen der O.S.V.I.A. te Magelang zonden f 200 als opbrengst eener wajang wongvoorstelling. Zoo gaat het goed! [De Locomotief, 22 Januari 1917] [1920] Gouvernements Huishoudscholen bestaan in Ned.-Indië nog niet, wel is bij wijze van proef aan de meisjesschool te Bandoeng en aan de 2e meisjesschol te Djokjakarta een eenjarige leergang voor huishoudonderwijs toegevoegd. Door de Vereeniging Kartinifonds te ’s Gravenhage worden in Ned.-Indië particuliere Hollandsch-Inlandsche Kartini-scholen gesteund te Batavia, Buitenzorg, Madioen, Malang, Tegal, Semarang e.a. Op deze scholen en op de z.g. Van Deventerscholen te Bandoeng en Semarang wordt ook huishoudonderwijs onderwezen. [Indië, geïllustreerd weekblad, 4, 367] Van het type der Gouvernementsnormaalscholen zijn nu 10 inrichtingen op Java en 10 op de Buitengewesten. Hieronder behooren de neutrale Meisjesnormaalschool te Bandoeng van de Van Deventer-stichting (met Nederlandsch) en de in een Kweekschool voor Fröbelonderwijzeressen omgezette meisjeskweekschool te Mendoet van de R.K. Missie. Deze particuliere ‘kweekscholen op Normaalschool-niveau’ telden ult. 1920 een getal van 893 leerl. w.o. 124 meisjes en 26 Europ. en 57 Inl. leerkrachten. De hier genoemde Van Deventer-stichting staat in nauwe verbinding met de bekende Vereeniging ‘Kartinifonds’, opgericht in 1913 te ’s Gravenhage. Deze heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt door de oprichting van neutrale Inlandsche meisjesscholen. Zij stelt zich tot ideaal naast den ontwikkelden Inlandschen man gelijkwaardige Inlandsche vrouwen en moeders te vormen. [Indië, geïllustreerd weekblad, -7, 387-388] |
Ga rechtsaf Taman Diponegoro (Burgemeester De Iongplein).
|
Schuin rechts: zicht op militair gebouw (Burgemeesterswoning, 1930 – Karsten – Schouten).
[Koch - Verantwoording, 197-198] |
Ga linksaf Jl Argopuro (Parallelweg).
Rechts: na 150 m. en naamloos achter een schutting de voormalige neutrale School Heuvel.
Het doel der commissies is om in samenwerking met de autoriteiten en de J.M.C. de gedachte van verkeersveiligheid onder de jeugd te propageeren. Te Semarang is men deze actie reeds begonnen met het geven van verkeerslessen op de Neutrale School. Een verkeersboekje voor de jeugd zal over Indië verspreid worden. De uitgifte zal geschieden in het Maleisch en in het Nederlandsch. Tevens is in wording een verkeersfilm, waarin kinderen de hoofdrol spelen. De verkeersfilm zal afgedraaid worden in alle steden van Indië. Besloten werd, den directeur van Verkeer en Waterstaat te verzoeken, het bezit van witgelakte achterspatborden voor fietsen voor te schrijven, daar de reflectors van thans niet voldoen. [Locale Techniek-4-6, 22] |
Ga op het eind, op de T-kruising, linksaf: Jl Sumbing (Jl Rinjani) (Nieuwe Tjandiweg).
Ga rechtsaf en meteen weer linksaf: Taman Sudirman (Tillemaplein).
![]() Ofschoon Tillema zich niet actief op politiek gebied bewoog stond hij met zijn overtuiging geheel aan de zijde der 'progressieven', en onder menig protest of manifest van de Vereniging Nederland-Indonesië las men zijn naam. Dat verleende gezag aan de actie waaraan hij op die wijze deelnam. Want hij was niet alleen volkomen oprecht, doch kende Indonesië beter dan tal van even oprechten die aan de verkeerde kant stonden doordat zij ondanks een jarenlange loopbaan ginds, Indonesië nooit hadden leren kennen. [Koch – Batig slot, 85] |
Recht vooruit: Ereveld 'Candi'. (1951 – Gmelig Meijling).
Op het ereveld Candi zijn uitsluitend militairen begraven. De aanleg geschiedde op initiatief van het eerste contingent Nederlandse troepen – de Tijgerbrigade – dat op 12 maart 1946 te Semarang arriveerde. [Brandt – Demarcatielijn, 29] |
Ga de Taman Sudirman terug.
Links: Jl Parman (De Vogelweg).
De Vogel![]() Men weet, dat de voltooiing der aanleg-werkzaamheden voor den dr. de Vogel-weg in het heuvelterrein stuit op den onwil van enkele bewoners van huisjes in de desa Gadjamoengkoer tot het verlaten hunner woningen, ondanks herhaalde aanzeggingen. Einde dezer maand komt hen nu nog eens de deurwaarder manen en daarna krijgt de rechter de zaak in handen. Ondertusschen ondervindt de wegaanleg er een vertraging van minstens drie maanden. [De Locomotief, 16 Januari 1917] Met den Dr. De Vogelweg [500 meter van de Jl Parman], die in 1918 voltooid werd en een belangrijke afkorting gaf en den Sirandaweg [Jl Sudhiarto], [...], waren de voornaamste toegangswegen voltooid. [Gedenkboek Semarang, 120]. Meer informatieIk had jaren in Semarang gewoond, had met dr. De Vogel, die de stad kende als geen ander, vaak de kampongs bezocht, hij had me op tal van misstanden en wantoestanden gewezen; ik had zijn jaarverslagen van de Regeering gelezen, zoodat ik wist dat de stad een ware Augiasstal was. Meehelpen dien stal zoo goed ’t ging te reinigen, leek me nuttig werk [...] De gemeenteraad besefte, dat het eerst noodige voor de stad was den gezondheidstoestand te verbeteren, want op dit gebied heerschten de meest droevige toestanden! Uit de onderzoekingen van Dr. de Vogel – de eerste hygiënist van Indië – was dit gebleken! Malaria heerschte in hevige mate, periodiek werden we overvallen door de vreeselijke cholera! De bevolking in de kampong was verstoken van alles wat maar in de verte op sanitaire verzorging leek! Uit Westerveld’s enquête was gebleken dat daar woon- en woningtoestanden heerschten zóó treurig als men nooit had vermoed. Dr. de Vogel had er in zijn jaarverslagen al op gewezen wat er moest gebeuren. [Gedenkboek Semarang, 27] [Dr. Willem Thomas de Vogel:] Na in Juli van dat jaar opnieuw naar Indië te zijn vertrokken, vestigde hij zich als geneesheer te Semarang. Op 12 Juli 1899 trad d. V. in Gouvernementsdienst en eenige maanden daarna volgde zijn benoeming tot 2en stadsgeneesheer te Semarang. Twee jaren later volgde de promotie tot 1en geneesheer. Deze functie werd door hem – met een onderbreking van 1½ jaar ziekteverlof – vervuld tot 1911, toen hij de betrekking van sous-chef van den Burgl. Gen. Dienst te Batavia aanvaardde. [Persoonlijkheden, 1550-1551] |
Ga rechtsaf Jl Parman en daarna meteen linksaf Jl Sumbing (Jl Rinjani) (Nieuwe Tjandiweg).
De plannen voor den Nw. Tjandiweg dateeren reeds van het jaar 1908 toen het lid van en Gemeenteraad Jhr. P. Boreel, Ingenieur van de 2e Waterstaatsafdeeling, zijne inzichten aan eene Commissie ad hoc uiteenzette. Ook het Raadslid de Heer Atmodirono, heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt bij het opmaken der plannen en er toe medegewerkt dat reeds in 1913 met de uitvoering begonnen kon worden. [Gedenkboek Semarang, 41] [...] zoowel voor den aanleg van den Nieuwen Tjandiweg als voor de rioleering was een kapitaal van f 250.000.- bestemd. [Gedenkboek Semarang, 53, 54] |
Links: Hotel 'Candi Baru' (Hotel Bellevue).
UitzichtOver Semarang is weinig meer bekend dan dat er nogal wat mensen wonen. In de ruim aangelegde bovenstad bezoeken we een paar hotels. Van hieraf heb je een schitterend uitzicht over de rede van Semarang, waar een paar schepen liggen, maar de prijzen liggen ver boven ons budget. Dan toch maar naar de benedenstad waar iedereen ons voor gewaarschuwd heeft: erg heet en veel muskieten. Meer informatieHet gemeentelijk heuvelterrein is geworden, en met recht, de trots van Semarang. Zoo’n bovenstad heeft geen andere groote plaats in Indië. Ruim gebouwd zijn op mooie punten vergezichten voor de bezoekers opengehouden. Naar het Noorden heeft men een ruim uitzicht over de Javazee, steeds wisselend van kleur en belichting. In het Noord-Oosten ziet men bij helder weer de bocht van Japara met daarachter wazig opdoemend het grillige Moeriagebergte. [Indië, geïllustreerd weekblad, 6, 575] Achter Botjong op een paal afstands van de stad, verheft zich het terrein en wordt spoedig geheel bergachtig. De groote weg naar Oenarang klimt golvend maar gestadig tot op ongeveer zes palen van het noorderstrand, en biedt dáár reeds een indrukwekkend schouwspel aan. Gladde heuveltoppen, donkere ravijnen, lichtgroene sawah’s, honderde kampongboschjes, talrijker naar gelang het oog afdaalt naar het strand, waar de plaats der geheel in het groen gedoken stad zich afteekent door de pluimen van duizenden klapperboomen, die boven huizen en tuinen uitsteken; en eindelijk de zoom van Java’s noordkust, de schepen op de reede en den effen, blinkenden, oneindigen waterspiegel! – ziedaar wat het oog in één blik opvangt.[Rees - Herinneringen uit de loopbaan I, 257] |
Volg de slingerende weg.
Rechts: in de dalen, door de gemeente aangelegde kampongs: Kintelan en Ngaglik.
Heuvel-kampongs
Meer informatie
Van de 8 badhuisjes in de 2e kampong, zijn er 4 gereedgekomen, met de waterleiding aangesloten, doch nog niet voor het gebruik opengesteld, daar de septictank nog niet gereed is. [De Locomotief, 28 Maart 1917]. |
Ga rechtsaf: Jl Parman (Dr De Vogelweg).
Links: R.S. ‘William Booth’ (Ooglijders-hospitaal ‘William Booth’ van het Leger des Heils, 1915 – Hildering).
[Advertentie] Ooglijdershospitaal Semarang. |
Ga met de weg mee naar rechts.
Ga op de driesprong linksaf: Jl Raya Lamongan (Koningin Emmalaan).
Rechts: Gereja Ngaglik – Gereja Gereformeerd (Gereformeerde kerk, 1929 – Van Oyen).
![]() Nu was net in die dagen Dr. H. Colijn op bezoek in Indië en hij bezocht als verstrooiden deputaat alle kerken. Toen hij een weekend in Semarang was, werden hem de plannen voorgelegd en hij vond ze prachtig. En toen ontwikkelde zich het volgende gesprek: ‘Wat moet die kerk kosten en hoe groot is het bouwfonds?’ ‘Er is 30 mille in het bouwfonds en de bouw zal ongeveer het dubbele kosten. Er zal dus nog een lening nodig zijn.’ ‘Bouw die kerk; dat is keurig en bouw haar op de plaats, die u me gewezen hebt, maar ... bouw die kerk en betaal haar. Dat kunt u ook wel! U mag het nageslacht niet belasten met de aflossing van een lening. U moet niet vergeten, dat u leeft in een koloniale maatschappij en u weet niet, of uw nageslacht hier zal wonen. Daarom bouwen èn betalen!’ [Gereformeerde Kerken, 140-142] |
Rechts: R.S. Dr. Karyadi (Centrale Burgerlijke Ziekeninrichting, 1926 – BOW: Bolsius en Lemei).
|
Ga linksaf: Jl Kaligarang.
Ga de brug over het Banjir Kanel Barat over.
Nadat door den aanleg van de Wester- en Oosterbandjirkanalen Semarang bevrijd was van den overlast van bandjirwater, ging men in 1902 over tot de uitvoering der werken tot verbetering van het gotenstelsel door middel van den aanleg van een ‘rationeel’ spoelleidingennet. [Indisch Bouwkundig Tijdschrift-26, 62-63]. |
Na de brug, na 400 m., links: Klenteng Sam Poo Kong.
Een bedevaartplaats, genoemd naar een Chinees admiraal die hier in de 15de eeuw moet zijn geweest. Wel moet er in den Hindoetijd een vestiging zijn geweest in het Semarangsche heuvelterrein. Vermoedelijk was de Bergotta-heuvel het centrum van die vestiging. Ook is er reeds vóór het jaar 1000 een vestiging van Chineezen ontstaan op de plaats, waar zich thans nabij het Wester-bandjirkanaal nog de heilige Chineesche grot bevindt. Het huidige Semarang evenwel kan niet eerder ontstaan zijn dan in het Mohammedaansche tijdperk. [Semarang als centrum, 77-78] |
De naam van de weg is Jl Pamularsih.
Na ± 2 km. links: Ronggowarsito Museum Dinsdag-don: 8-2, vrij –11, za –12.30, zon – 13.
Een aardig open paviljoen van de Semarangse Tentoonstelling van ’14, met een zéér fraaie gesneden houten wand, was door Gewest en Gemeente Semarang gekocht en bestemd voor museum. Een goede gedachte, die het begin van een daad had kunnen zijn, een kultuurdaad zoals het wordend Java ze langzamerhand noodig heeft: de schepping van een goed klein provinciaal museum voor Midden-Java, van een komplete en keurige kollektie van ouds en nieuws, waar de nationalist en de student hun historie, de ambachtsman zijn voorbeeld, de overheerser de eerbiedwekkende kultuur van zijn kolonie tot lering en opwekking zouden vinden ... Maar de handelszin, die Holland immers gróót maakte, mengde er zich mee. Een museum zou geld kósten, kon men het niet zo inrichten, dat er onder de hand wat mee verdiend werd? [De Taak-1, 441] |
Ga op het verkeersplein linksaf: Jl Siliwangi.
Na 500 m. rechts: Ereveld Kalibanteng (1951, Gmelig Meyling).
Met wat voor problemen hadden onze vrouwen te kampen, en hoeveel geestkracht heeft de overgroote meerderheid van hen getoond. Ik heb het in de mannenkampen vaak hooren zeggen: ‘Heldinnen zijn ze geweest! Ze hebben ’n standbeeld verdiend, al was het alleen al om de manier waarop ze den Jap in z’n gezicht durfden uitlachen. Ons heeft-ie soms klein weten te krijgen, maar tegen onze vrouwen makte hij geen kans! Op dit ereveld liggen vele vrouwen en kinderen begraven die omgekomen zijn in de beruchte interneringskampen zoals Ambarawa, Lampersarie en Karangpanas.
![]() Nee, dan tante Aal, die aan het slot van de oorlog, toen de nood het hoogst was, een blikje erwtensoep (of was het hutspot?) afstond aan een stervende oma die verzucht had dat ze dát nog zo graag eens had willen proeven voordat ze doodging.
[1945] De Soekamiskin-gevangenis wordt een beetje leeggemaakt voor nieuwe gasten. De meeste politieke gevangenen worden overgebracht naar Ambarawa in Midden-Java. Een Nederlandsche vrouw, pas uit het Ambarawa-kamp bij Semarang gekomen, vertelde me, hoe de pemoeda’s daar waren binnengedrongen met den opzet er onder vrouwen en kinderen een slachting aan te richtten. Het fusilleeren zou juist beginnen, toen de Gurkha’s redding brachten. Op public Relations had ik reeds vernomen, dat de nationalisten het kamp onder artillerievuur hadden genomen en dat er slachtoffers waren gevallen. De Nederlandse regering heeft na de oorlog gesteld dat er in Indië ruim honderdduizend geïnterneerden zijn geweest – vast staat dat de Japanners aan het Internationale Rode Kruis in de loop van de oorlog hebben doorgegeven dat er ca. acht-en-negentigduizend geïnterneerden waren en dat van hen ca. zestienduizend-achthonderd waren gestorven: 17%. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 734-735] |
Ga via Jl Siliwangi weer richting centrum; na het plein heet de weg Jl Sudirman.
Ga na de brug en het plein en schuin rechts: Jl Sugiopranoto (Boeloe).
Links: Lembaga Pemasyarakatan Perempuan Wanita.
Gevangenis Boeloe
[Bouwer – Het vermoorde land, 257-258] Meer informatieSoerastri Karma Trimoerti: lk kreeg voorarrest en in 1936 kwam mijn zaak voor de rechtbank die mij, op basis van de beruchte 'haatzaai-artikelen' in het Wetboek van Strafrecht, veroordeelde tot negen maanden gevangenisstraf. lk werd geplaatst in de vrouwengevangenis van Boeloe in Semarang. Hoewel de gevangenis geen pretje was, stak ik er veel van op. Omdat ik politiek gevangene was, werd ik gescheiden van de andere, gewone gevangenen. [Verboden voor honden, 55-57] Soerastri Karma Trimoerti: Op 18 september 1939 bracht de PID mij met mijn baby van vijf maanden weer naar de vrouwengevangenis van Boeloe in Semarang. Juffrouw Van Hazel zat er nog en het weerzien was zeer hartelijk. Ze beschouwde me als haar dochter en was nu helemaal ontroerd omdat ik met mijn baby kwam. Later, na de onafhankelijkheid, zijn we elkaar nog één keer tegengekomen. We omhelsden elkaar en wisselden herinneringen uit. [Verboden voor honden, 57-58]
De Rapwi-leiding maakte zich in het bizonder ongerust over het lot van de kleine duizend blanke en Indo-Europeesche mannen in de Boeloe-gevangenis, die zich nog in handen der pemoeda’s bevond. De daar opgeslotenen hebben dan ook benauwde uren beleefd, maar zij zijn den dans ontsprongen, en eenigen van hen vertelden mij wat zich bij de nadering der Japanse soldaten afgespeeld heeft. Zondagmorgen vroeg zijn vele (een paar honderd?) Hollandse mannen, Indo’s en Japse economen door de Indonesiërs van hun bed gelicht en naar de Boeloe-gevangenis gebracht, vermoedelijk om als gijzelaar te dienen. Zondagmiddag zijn daarvan de Jappen op de meest vreselijke wijze afgeslacht. Twee Jappen zijn ontsnapt en hebben dat aan de militaire Jappen gerapporteerd. [Vrouwenkamp, 303-304] De balans was echter duidelijk: de pemuda’s hadden tweehonderd Japanners vermoord, waarop Japan in een stedelijke veldslag die vijf dagen duurde honderden, mogelijk zelfs enkele duizenden pemoeda’s doodde. Op het eind kregen ze versterking van Britse troepen, wat ook merkwaardig was: twee maanden eerder waren ze nog elkaars vijanden. In Semarang waren in oktober Japanse militairen en gemilitariseerde burgers in een van de gevangenissen, de Boeloe-gevangenis, opgesloten samen met ca. twaalfhonderd Nederlandse, Indisch-Nederlandse en Ambonnese mannen. [Het Koninkrijk der Nederlanden,12, 725] |