De laatste waarnemingen zijn gedaan in 2017
De wandeling in PDF formaat.
Begin van de wandeling Jl Pejambon 3 (Hertogspark).
Het Hertogspark herinnert aan Bernhard van Saksen Weimar, die van 1849 tot 1851 Legercommandant was en er inderdaad als in een park woonde, want de brug van hier naar het terrein der Willemskerk is van vrij wat later datum. [Oud Batavia I, 445] Niet ver van het Koningsplein ligt een ander, zijn tegenhanger in aanzien en karakter, het idyllische Hertogspark vol schaduw, geur en groenigheid.[De Wit – Java, 34-36] |
Jl Pejambon 3, Kamenterian Luar Negeri – Gedung Garuda.
Raad van Indië![]()
|
Ga in noordoostelijke richting.
Links: nr. 83a Dharma Wanita Tingkat Pusat Unit Dep. Keunangan (o.a. Clubhuis Padvinders)
[Augustus 1920] “Instructie van den groepleider aan padvinders bij het clubhuis in het Hertogspark Batavia”. [Indië geïllustreerd weekblad]- → [1916] Zaterdag werd in hotel ‘de l’Europe’, te Utrecht, onder voorzitterschap van den oud-gouverneur-generaal van N.-I., J.B. v. Heutsz, een drukbezochte algemeene vergadering gehouden van afgevaardigden en leden van den Nederlandschen Padvinders-Bond en de Nederlandsche Padvinders-Organisatie. [Uit naam van de majesteit, 288-290] |
Rechts: Kamenterian Luar Negeri – Gedung Pancasila.
(Gebouw van de Volksraad, voordien de woning van de Legercommandant – 1829, Tromp).
Volksraad![]() Op 1 juni kwam Soekarno met een voorstel tot een nationale ideologie op de proppen. Didactisch als hij was, stelde hij vijf gewichtige beginselen voor: het behoren tot één staat (nationalisme), het verbonden zijn met de gehele mensheid (internationalisme), het streven naar consensus via overleg (democratie), het billijk verdelen van de welvaart (sociale rechtvaardigheid) en het geloof in God (monotheïsme). Dat geheel noemde hij Pancasila, letterlijk ‘de vijf zuilen of pijlers’ in het Pali. De term was afkomstig uit het boeddhisme en sloeg op de vijf morele voorschriften van de gelovige, maar deed ook denken aan de vijf zuilen van de islam. ‘Pantja Sila’: de Vijf Beginselen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11b, 989, 990-992] In de eerste zitting van de Volksraad was, in Augustus-September, door verscheidene Indonesische sprekers bij de algemene beschouwingen over de begroting blijkgegeven van ernstige verbittering over het regeringsbeleid en van diep ingevreten wantrouwen ten aanzien van Nederlands bedoelingen. De gouverneur-generaal, voor wie dit een zeer pijnlijke openbaring was geweest, was onder de indruk geraakt van die van grote algemene ontevredenheid sprekende stemmen. |
Ga rechtsaf: Jl Abdul Rachman Saleh (Hospitaalweg).
Links: Een terrein waarop drie lichtgekleurde appartementencomplexen staan en vervolgens een kazernecomplex.
Dit gebied was tot na WO II militair terrein: o.a. het 10de Bataljon, tijdens de oorlog een bekend krijgsgevangenenkamp.
Xde Bat![]() Bovendien zou men er een kampement maken en den benoodigden grond van den eigenaar koopen. [Oud Batavia I, 410-411] Zoo’n kazerne is niet meer of minder dan een groot dorp, waarin verschillende ruime, luchtige gebouwen staan, te midden van lommerrijke lanen en omgeven van grasvelden en tuinen. Groote pendoppo’s (een soort van op palen rustende loodsen), van inlandsche kookfornuizen voorzien, bieden aan de soldatenvrouwen, gelegenheid om voor haar lakies (mannen), allerlei toespijzen voor de rijst te bereiden, kleederen te wasschen en te verstellen of wapens te poetsen. Als ik me nu het kamp voor de geest tracht te halen dan zie ik vóór alles steen en stof, een dikke stoflaag waar alles mee bedekt was. Als het waaide, joeg de wind de stofwolken tot zelfs in de zalen. Het was een totaal verouderd complex met een afvoersysteem van open goten waarin elke nacht kanjers van zwarte ratten hun weg naar de keukens zochten, dwars door de slaapzalen. Het stikte er ook van de kakkerlakken en wandluizen die onuitroeibaar bleken. Van de dakspanten hingen zwarte slierten spinrag omlaag. Ze kwamen elke dag in vlokken naar beneden. [Mei 1942] De gouverneur-generaal en de hoofdofficieren van het voormalige K.N.I.L. zijn, in afwachting van hun transport naar Formosa, in Batavia voorlopig in de kazernes van het 10e Bataljon ondergebracht. En de Indonesische bevolking vond dat de Toean Besar niet erg groot was, wanneer hij van zijn uiterlijke luister was ontdaan en dat de Japanners, die hem konden behandelen als een gevangene, veel en veel groter waren. |
Rechts hoog gebouw; links: schuin-lopende scheiding tussen de twee kazerne complexen, die voormalige loop van de Kali Lio.
![]() Bovendien zou men er een kampement maken en den benoodigden grond van den eigenaar koopen. Het is waar dat pas onlangs in 1794 Meester Cornelis, waar al lang troepen hadden gelegen, tot kampement was bestemd, maar Commissarissen-Generaal vonden Meester Cornelis thans minder geschikt, ook omdat de Gouverneur-Generaal er te ver van af woonde – Van Overstraten had een zwak voor het militaire. Aldus werd nu voor 10.000 Rds. het deel van Weltevreden benoorden de Kali Lio door het Gouvernement aangekocht. [Oud Batavia I, 410-411] |
Links: Mako Pasmar II. (Artilleriekazerne Afdeeling Houwitsers).
Ga met de weg mee naar links: Jl Kwini II (Nieuwe weg).
Ga rechtsaf: Jl Senen Raya (Senen).
Senen
|
Ga ter hoogte van links Jl Senen III, rechtsaf:
![]() ![]() ... den plattegrond, [Oud Batavia I, 408] ... langs den Grooten Zuiderweg werden officiershuizen gezet en bezijden de oprijlaan andere militaire gebouwen, zoodat de luister van het heerenhuis aanmerkelijk was getaand. [Oud Batavia I, 412-413] |
Links en rechts: Akademi Kebidanan (Subsistentenkader).
Bij het Subsistentenkader worden tijdelijk geplaatst de pas uit Europa gekomen, zoowel als de doortrekkenden militairen; daarbij zijn voorts administratief ingedeeld die militairen, welke niet tot een corps behooren, zoals het lagere personeel van den Topographischen Dienst. [Oud Batavia I, 387] Ik word overgeplaatst naar het Subsistentenkader, op Weltevreden, waar ik, na een kortstondig verblijf, ziek word en een poos lang met hevige koortsen – ik breng het tot 41°6 en denk nu en dan aan ‘kapitein Jas’ – in het militaire hospitaal kom te liggen. Van Weltevreden word ik geëvacueerd, eerst naar Batoe-Toelis, in de buurt van Buitenzorg, en vervolgens, naar Sindang-Laya, in het Bandoengse bergland. Zoals ik reeds zeide, zijn er enkele uitzonderingen op den regel van ‘slechte voeding’ en verdient daarvoor zeker het Subsistenten-kader te Batavia allen lof. Het eten is dáár, of was het ten minste in den jaren 1882-1886, uitstekend te noemen, waardoor het scherpe contrast met andere garnizoenen des te meer in het oog valt, waar het eten bepaald ‘zeer slecht’ is. [Brandt – Demarcatielijn, 105-107] |
Recht vooruit: Rumah Sakit Gatot Subroto (Militair Hospitaal).
Hospitaal![]() De zoogenaamde Kazerneweg is geenszins een der uitlokkendste oorden, die de fraaye villastad Weltevreden aan den nieuwsgierigen wandelaar heeft aan te bieden. Slechts ééne plek zou daar nadere kennismaking verdienen. ’t Is de plaats waar de uitgestrekte gebouwen van het groote militaire en burgerlijke Hospitaal zich uitstrekken. Volgens getuigenis van genoemde E. Netscher werkte Van der Tuuk de hele dag en zelfs tot diep in de nacht. Zo schreef hij in het Militair Hospitaal een studie over het 'Centralisatie-Maleis', die nooit gepubliceerd is en waarvan wij ook niet zeker weten of ze wel ooit voltooid is. Evenmin weten we wat Van der Tuuk precies met het 'Centralisatie-Maleis' bedoeld heeft. Militair Hospitaal, Hospitaalweg. |
Ga linksaf en volg de weg naar rechts en daarna naar links: Jl Abdul Rachman Saleh (Hospitaalweg).
Links: 49, 50, 51.
![]() [Couperus – De stille kracht, 226] |
Rechts: Museum Kebangkitan Nasional – Open: di-zo: 8.30-3 uur.
(Algemeene Middelbare School Afd. B.; 1e Gouvernements Muloschool. Voordien, tot 1920, School tot Opleiding van Inlandse Artsen: Stovia).
Tot dokter wordt men – tenminste jongens – vrouwelijke leerlingen zijn er nooit geweest – geheel kosteIoos opgeleid. De studie voor dokter geschiedt geheel op ’s lands kosten. De leerlingen genieten vrije woning, eene maandelijksche subsidie, waarmede de kosten van voeding en kleeding bestreden worden, en vrije geneeskundige behandeling. [Gonggrijp – Brieven van Opheffer, 103] |
[Tijdens het laatste bezoek van de samensteller aan het ‘Museum van het Nationaal Bewustzijn’ was men bezig met een renovatie. Daardoor was niet mogelijk de rondleiding door het museum samen te stellen. De betreffende informatie is verdeeld in een historisch gedeelte waarin o.a. de geschiedenis van de school en van de vereniging Boedi Oetomo aan de orde komen en een aantal teksten bij enkelen van de helden uit de geschiedenis van Indonesië.] |
←Tot directeur werd toen benoemd de latere Utrechtsche hoogleeraar Dr. C. Eykman. [...] |
De Javabode verneemt uit Den Haag dat het verlof verleend aan den heer A.F. Roll, directeur van de School tot opleiding van Inlandsche artsen, met een half jaar is verlengd. De heer Roll keert waarschijnlijk wegens gezondheidsredenen niet terug hetgeen een groot verlies voor de school zou zijn. [De Locomotief 17 September 1910] (Aneta) Het persagentschap kan met besliste zekerheid mededeelen, dat de overste-dokter Koch dezer dagen zal worden benoemd tot directeur van de S.T.O.V.I.A. [De Locomotief, 14 Mei 1917] |
![]() ![]() |
Stovia![]() Het Bat. Nbld. deelt mede dat de heeren Salie en Radjiman, docters-djawa, met gunstig gevolg te Amsterdam hebben afgelegd het theoretisch geneeskundig examen. [De Locomotief, 13 Mei 1910] |
Boedi Oetomo![]() Op de 20ste mei 1908 werd te Batavia de vereniging Boedi Oetomo ('Het Schone Streven') opgericht. Promotors waren twee twintigjarige leerlingen van de STOVIA (school voor Opleiding van Inlandse Artsen), R. Soetomo en R. Goenawan Mangoenkoesoemo. Doel van de organisatie, die snel groeide, was: verbetering van het onderwijs, stichting van een studiefonds voor Javaanse kinderen, ontwikkeling van techniek en industrie, herleving van de inheemse kunsten en wetenschappen. Tot de belangrijkste inheemsche vereenigingen behooren Boedi Oetomo, Pasoendan, Sarekat Islam, Moehammadyah en Partai Indonesia. [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 469-470] |
Raden Adjeng Kartini (1879-1904).
KartiniAls voorloopster van die vrouwen-emancipatie kan men de in 1879 geboren regentendochter Raden Adjeng Kartini beschouwen. Haar vader was een verlicht regent, ‘die’, aldus Nieuwenhuys, ‘zelfs zijn dochters (iets ongehoords!) naar de Hollandse school’ (een school voor Europees lager onderwijs) ‘stuurde. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 218-221] De verschijning van de brieven, door Raden Adjeng Kartini gericht aan hare Europeesche vrienden tusschen 1899 en1904, heeft gewerkt als een electrische schok, niet alleen in Indië, maar ook hier te Lande. Het leed door haar gedragen, is gevoeld door duizenden, die zich tot plicht hebben gesteld verbetering te brengen in de toekomst der jongere en oudere meisjes behoorende tot de inheemsche maatschappij van Indië. Het wachtwoord voor die verbetering was door Kartini zelve aangegeven: opvoeding en onderwijs, ontwikkeling van geest en gemoed, medewerking der vrouw aan de belangen van het algemeen, eerbiediging der persoonlijke vrijheid in het huwelijksleven. Vóór alles scholen, waar de meisjes de noodige kennis zouden kunnen verwerven; zij vooral die krachtens den wil harer ouders niet gezamenlijk met jongens mogen schoolgaan.
↑ Kardinah, Kartini en Roekmini. ↑ Pogingen, in 1900 en 1901 in het werk gesteld om Inlandsche meisjesscholen op te richten hadden schipbreuk geleden. Niemand betreurde dit meer dan Kartini. Zij wanhoopte echter niet aan den eindtriomf. En zelve sloeg zij de handen aan het werk, eerst te Japara met hare zusters, later te Rembang, nadat zij gehuwd was met den Regent aldaar, om jonge meisjes om zich te verzamelen en haar de eerste beginselen van kunde bij te brengen. |
Ernest Douwes Dekker / Dr. Danudirja Setiabudi (1879-1950).
Douwes Dekker![]() In Bandung woonde en werkte lange tijd E. F. E. Douwes Dekker, Multatuli's achterneef, die zoveel heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van het vakonderwijs, en tot de bewustwording van Indonesische intellectuelen. Douwes Dekker kende dit land en de psyche van de bevolking. Hij had vele Indonesische vrienden, onder wie de jonge Soetomo, die aan de School voor Opleiding van Inlandse Artsen studeerde, in 1908 een der oprichters was van de vereniging Boedi Oetomo (Het Schone Streven), en in later jaren de bekende Moehammadijah-leider te Soerabaia en oprichter van de Partai Boeroeh Indonesia werd. Te Bandoeng overleed op 29 augustus 1950 in zijn woning aan de Lembangweg E. F. E. Douwes Dekker, kleinzoon van. Multatuli's broer Jan, die in de oosthoek van Java tabaksplanter was geweest. Dat einde, op zeventigjarige leeftijd, sloot een veelbewogen en moeilijk leven af; hij had in de nationalistische beweging op Java jarenlang een belangrijke rol gespeeld en zijn naam was op veler lippen geweest. |
Haji Umar Said Cokroaminoto (1883-1934).
CokroaminotoDe Sarekat Islam, de Islamitische Nationale Beweging (omstreeks 1912 in Solo opgericht, met de bedoeling de belangen van de Javaanse batikhandelaren te beschermen tegen de toenemende concurrentie van kooplieden uit China en India), groeide onder leiding van Umar Said Tjokroaminoto aanvankelijk uit tot een beweging ter bevordering van de sociale belangen van de kleine man. Op de conferentie werd met verscheidene afgoden der Inlandsche beweging gebroken. Zoo werd van Tjokro Aminoto gezegd, dat hij een aartsdobbelaar was, enz., terwijl ook omtrent Tjipto, en anderen verschillende staaltjes werden gemeld. De landvoogd maakte o.a. de opmerking: ‘Is dat alles nu wel waar?’ De algemeene indruk , dat de landvoogd inzake de Inlandsche vereenigingen, ondanks de duidelijke taal van de residenten toch zijn eigen inzicht blijft handhaven.’ [De Taak, 3, 99] |
Haji Agus Salim (1884-1954).
Agus Salim![]() En een weinig talrijke links gerichte groep, waartoe de heer Hassan Djajadiningrat, hadji Agus Salim en ook Cramer en ik behoorden, zag in, dat met behoud van het overheersingsbeginsel geen compromis tussen de verlangens der nationalisten en die der koloniale Europeanen mogelijk zou zijn, Hadji Agoes Salim werd ongeveer terzelfdertijd hoofdredacteur van de ‘Neratja’, een Maleis dagblad, bij de uitgifte waarvan de regering financieel geïnteresseerd was. Beide bladen werden als spreekbuizen van de regering beschouwd: de G.G. hechtte er waarde aan, dat zijn maatregelen en bedoelingen zowel aan het Indonesische als aan het Nederlandse publiek duidelijk gemaakt zouden worden. Zijn oordeel was altijd wel overwogen: en als hij, met zijn levendige geest en scherp intellect, een vraagstuk besprak, dan viel op hoe hij het van alle kanten bekeek en elke mogelijkheid van oplossing proefde. Hij was een man van grote, nobele verdraagzaamheid, een wijsgeer in de beste, ruimste zin van het woord. [Koch – Batig slot, 130-131] |
Raden Dewi Sartika (1884-1947).
Als voorbeeld kan strekken de reeds sedert 1903 bestaande Raden Dewi-School te Bandoeng en de onlangs door den Regent en de Raden-Ajoe te Tegal opgerichte huishoudschool. [Nederlandsch Indië – Oud & Nieuw-1, 309-310] ←Te Bandoeng werd de Zilveren Ster van Verdienste uitgereikt aan Raden Dewi Sartika, hoofd van de Sekolah Kaoetamaän Istri. [Het Indische Leven, 4-14, 271] |
Cipto Mangunkusumo (1886-1943).
Cipto Mangunkusomo![]() Het was vooral de principieel en zuiver denkende Tjipto die hem won voor het denkbeeld van de non-coöperatie: politiek-aktieve inheemsen dienden zich verre te houden van elke vorm van deelneming aan de vertegenwoordigende organen welke het koloniaal gezag in het leven had geroepen, en ook verder in geen enkel opzicht aan dat gezag steun te verlenen. [Het Koninkrijk der Nederlanden, 11a, 322-324] Tjipto was een der oprechtste figuren uit de nationalistische beweging, een door en door eerlijk man, die de reputatie genoot niet te kunnen liegen. Een idealist, die zich door het leed van zijn volk bij de keel gegrepen voelde en zijn medische kennis beschouwde als een middel om zijn landgenoten te helpen. Hij was uiterst bescheiden en vrij van alle eerzucht. Hij leefde in bijna armoedige omstandigheden: bemiddeld is hij nooit geweest. [Walraven – Brieven, 829-830] |
Dr. Sutomo (1888-1938).
Sutomo![]() Om doelgericht actie te kunnen voeren was kennis en begrip voor de vraagstukken waarmee geworsteld moest worden, onontbeerlijk. Soetomo richtte zijn Indonesische Studieclub op, die open stond voor ieder die tot medewerking bereid was, ook voor leden van Boedi Oetomo, de Sarekat Islam en de communistische partij. Hij werd voorzitter, en onder zijn energieke leiding werd de club een van de belangrijkste centra van politiek-sociaal leven in Oost-Java. Indonesia, die een gematigde politiek voerde en zich vooral op sociaaleconomisch gebied bewoog: zij stichtte een vrouwentehuis, een weefschool, een polikliniek, studententehuizen, kredietcoöperaties. In 1932 ontstond een overkappend orgaan, de Kahoeripan, een Indonesische Kamer van Koophandel en Nijverheid, een Bank Nasional Indonesia, een coöperatie van prauwenvoerders, inkoopcentrales voor verkoopcoöperaties, boerenbonden, die aangesloten werden bij de Roekoen Tani. Dit was werk naar zijn hart; hij was de ziel van dit alles. [Koch – Batig slot, 142-143] |
Ki Hajar Dewantara (1889-1959).
Dewantoro![]() De gewezen Soewardi, die eens met E.F.E. Douwes Dekker werd verbannen. Onder de naam Ki Hadjar (wat zoiets betekent als geleerde vader) Dewantoro staat hij thans aan het hoofd van de Taman Siswo-scholen die een onderwijs beogen, niet op westerse maar op oud-javaanse grondslag. De Indonesiërs die, als dr Tjipto Mangoenkoesoemo en de heer Soewardi Soerjaningrat, tot de partij van Douwes Dekker toetraden behoorden tot de verst zienden. Maar de Sarekat Islam van Raden Oemar Tjokroaminoto kreeg onmiddellijk na haar oprichting, medio 1913, in Midden-Java een groot aantal leden. Dewantoro was minister van Onderwijs in het eerste kabinet van de Republiek. |
Dr. Mohammad Hatta (1902-1980).
Hatta![]() ← Het bestuur van de Perhimpoenan Indonesia – foto uit ± 1930. 2de van links Hatta. Op 25 oktober [1908] kwamen om twee uur ’s middags op een studentenkamer in Leiden vijftien Javanen, Ambonezen en Sumatranen bijeen om de Indische Vereniging op te richten. De vereniging had ten doel ‘het bevorderen der gemeenschappelijke belangen van de Indiërs in Nederland, en voeling houden met Nederlands-Oost-Indië’. Onder ‘Indiërs’ verstond men ‘de inheemse bewoners’ van de Indonesische Archipel. Hoewel de Indische Vereeniging – vanaf 1925 bekend onder de Maleise vertaling Perhimpoenan Indonesia – aanvankelijk vooral een gezelligheidsvereniging was, kan de oprichting in 1908 als beginpunt gelden van Indonesische politieke organisatie in Europa. De organisatie was niet alleen van belang voor de ontwikkeling van antikoloniaal denken in Nederland maar ook voor de vorming van de nationalistische beweging in Nederlands-Indië zelf. Veel leden verwierven later vooraanstaande posities binnen verschillende Indonesische politieke organisaties en in het postkoloniale Indonesië. Mohammad Hatta, die jarenlang voorzitter was van de Perhimpoenan Indonesia, werd bijvoorbeeld de eerste vicepresident van Indonesië en voormalige leden als Soetan Sjahrir, Ali Sastroamidjojo en Mohammed Nazir Datoek Pamontjak kregen posities als premier, minister of ambassadeur. [Wereldgeschiedenis, 480-485]
|
Ga bij het verlaten van het museum rechtsaf en volg de Jl Abdul Rachman Saleh (Hospitaalweg).
Steek de Jl Prapatan over en ook de Jl Kwitang.
Defensie-lijnG.-G. Van den Bosch ontwierp in opdracht van de regering begin 1800, vlak voor de komst van Daendels, een plan ter verdediging van het nieuwe Batavia. De 'Defensie lijn van den Bosch' liep van (west van het museum) Jl Kesehatan - Jl Am.Sangaji -Jl Zainul Arifin -Jl Wirryopranoto -Jl Samanhudi -Jl Angksa - Jl Bungur Besar -Jl Stasiun Senen – Jl Kramat Bunder - Jl Prapatan/Kwitang. De in dat traject aangelegde verdedigingsgracht is nog te herkennen aan het midden plantsoen van deze weg.
|
Links: GKI: Gereja Kristen Indonesia Kwitang. (Gereformeerde Kerk Kwitang – 1925 verbouwd, Wiemans-Abel-Pichel).
Kwitangkerk![]() In het jaar 1873 zond de Christelijk Gereformeerde Zendingsvereeeniging in Nederland den zendeling E. Haan naar Indië, met de opdracht aldaar uit te zien naar een voor hem passend arbeidsveld. Haan vestigde zich voorloopig te Batavia en knoopte connecties aan met Europeanen en Indo-Europeanen en hield des Zondags voor dezen een kerkdienst. Zoodoende ontstond de Gereformeerde zendings-gemeentete Kwitang. [De Locomotief, 9 Juli 1917]. Het huisje van Tuhasela was al spoedig te klein en bovendien was het in de regentijd haast onbereikbaar. Daarom werd al vrij spoedig een kerkje aan de grote weg van |
Steek weer over en ga linksaf Jl Prapatan (Parapattan).
De Jl Kwitang en Jl Prapatan zijn beide – zoals zo veel straten – genoemd naar kampongs die respectievelijk ten zuiden en noordwestelijk van deze wegen lagen. |
Rechts: 26 (Paul Krugerschool I).
![]() |
Links
![]() De berichten over de ongeregeldheden in het gebied van Tasikmalaja zijn ook tot de hoofdstad doorgedrongen en hebben daar – volgens berichten van reizigers – onder de bevolking opzien gebaard. Enige nachten geleden plakten onbekende Indonesiërs de volgende leuze op de ruiten van de electrische klok tegenover Toko Delice op Parapattan: 'Nippon mesti mati, kita lapar!', (Nippon moet dood. Wij lijden honger!). Hoewel de opruiende affiches natuurlijk direkt door de Kenpeitai werden verwijderd, zijn zij toch door velen gelezen. [Bouwer – Het vermoorde land, 243] |
Rechts: 40 – Militer: Korps Marinir (Commandant der Zeemacht en Hoofd van het Dept. der Marine, Vice-Admiraal C. Helfrich.)
Zeemacht![]() Elke familie, welke daarvoor in de termen viel, werd aangeklampt om requisieten ter leen af te staan voor een in studie genomen tooneelstuk. Het heugt me nog als den dag van gisteren, hoe, om slechts een voorbeeld te noemen Mevrouw S.J. Dunlop-van Oosterzee mij toe stond, al wat ik noodig had voor de aankleeding van ‘De Muis’ uit haar schitterend ingerichte woning (thans het huis van den vice-admiraal) op Parapatan weg te halen. Zij was juist uit Parijs teruggekeerd en had kostbare nouveautés in style fin de siècle meegebracht, waarvan de Parijsenaar George de Feure de uitvinder was. Spottenderwijs werd deze stijl in meubelen, stoffen, bijoux en nijverheidsartikelen vermecellistijl genoemd. |
Ga de brug over de Kali Ciliwung over.
Alzoo werd Vinck in 1735 Landdrost. Hetzelfde jaar kreeg hij van de Regeering vergunning om pasars aan te leggen op zijne landen Tanahabang en Weltevreden, en deze met elkaar te verbinden door een weg en eene brug over de kali, namelijk den tegenwoordigen weg Kampong Lima [Jl Wahid Hasyim], de Parapatanbrug en den weg van hier tot de Kramatbrug, waar hij den Grooten Zuiderweg bereikte (Goenoengsari, Pasar Senen, Kramat enz.). Vandaar dat Pasar Senen later wel de Vinkepasser heet. [Oud Batavia I, 405-406] Een weg waarvan het jaartal vaststaat, is nog die van Tanahabang door Kamponglima over de Parapatanbrug naar Senèn, die in 1735 samen met die brug en de beide pasar’s aan zijne uiteinden werd ontworpen door Justinus Vinck, wiens naam daaraan echter nooit verbonden is gebleven. [...] De Parapatanbrug schijnt in 1818 de “brug van Panjerang” te heeten. De kampong Parapatan namelijk heette ook Pangarangan of Pangeragan of Pangarengan. [Oud Batavia I, 444] |
Links: Standbeeld.
Landbouwer
De veranderingen werden echter in den beginne niet altijd door het Javaansche kleine-volk gewaardeerd; deze kleine landbouwers waren ultra-conservatief en gehecht aan alle antieke traditie; in den laatsten tijd echter leerden zij hun gunstiger modernen toestand waardeeren. |
Steek de Jl Ridwan Rais over (Parapatan Gambir).
Ga rechtdoor: Jl Kebon Sirih (Kebon Sirih).
Kebon SirihNauwelijks waren deze voorstellingen achter den rug, of het bericht bereikte ons, dat Willem Royaards als declamator naar Indië zou komen. Dat werd terecht als een evenement beschouwd. Royaards, had met zijn machtig talent van voordragen heel Nederland veroverd en ook als tooneelspeler naam gemaakt, bepaaldelijk in de beide stukken van W.C. van Nouhuys: ‘Eerloos’ en ‘het Goudvischje’. Men kan begrijpen hoe juist ons clubje, de aanstaande komst van den begaafden kunstenaar met de levendigste belangstelling tegemoetzag. Van Nouhuys zelf had mij geschreven en verzocht , in het Bataviaasch Nieuwsblad Royaards bij de lezers te introduceeren, en ook van Royaards ontving ik brieven. Hij kwam en logeerde bij Rudolph du Mosch (indertijd een der chefs van Mainz en Co.) op Kebon Sirih, waar ik hem volgens afspraak mijn opwachting zou maken. [Het is helaas niet bekend waar Rudolph du Mosch woonde.] |
Rechts: (Het is moeilijk aan te geven waar het oude nr. 24 heeft gelegen).
Hotel HovingVóór WO II was op nr. 24 Hotel Hoving v/h Hoekstra gevestigd. |
Rechts: no. 40 (Flatgebouw van de Nederlandse Ambassade (1956). Voordien Algemeen Secretaris van het Gouvernement van Nederlandsch-Indië.)
![]() Nooit ben ik erin geslaagd te achterhalen aan welk toeval of misverstand het te danken is geweest dat die kist na jaren van verbroken postverbindingen met Nederland (hij bleek ook een tijdlang als zoek geraakt beschouwd te zijn) tenslotte in 1963 terecht kwam bij de toen herstelde Nederlandse vertegenwoordiging in Jakarta. Vandaar is hij me toen toegestuurd. Heeft iemand hem ooit uitgepakt en geopend? De sleutel zat, in een zakje, vastgenaaid aan de omhulling van jute. [Haasse – Sleuteloog, 130-131] |
Rechts: no. 46 (Eind jaren dertig was hier Uitgeversmaatschappij Noordhoff-Kolff gevestigd.)
![]() [Jansen – In deze halve gevangenis, 126] |
Ga terug en rechtsaf: Jl Jaksa (Gang Djaksa)
[Robinson – Piekerans van een straatslijper, 41-43] De Djakartase straat is werkelijkheidsfilosofie in beeld: opbouw en afbraak broederlijk naast elkaar, het nieuwe leven naast de stoffelijke overschotten van het oude. [Robinson – Piekerans van een straatslijper, 43-44] |
Ga linksaf: Jl Wahid Hasyim (Oude Tamarindelaan)
|
Kruispunt Jl Cokroaminoto, Jl Wahid Hasyim en Jl Johar (Javaweg, Oude Tamarindelaan en Djoharlaan).
Ik zag laatst om een uur of twee een loodzware handkar vol bamboes’s tot staan komen bij het knooppunt van Javaweg, Oude Tamarindelaan en Djoharlaan. In de schaduw van de sengons was geen plaats meer. Dus stonden ze in de smeulende zon. De twee kerels dropen van zweet en één ging op zoek naar een billijke hap eten en een koele dronk .Het geluk scheen op hen te hebben zitten wachten: een waroenghoudster had een halve bakoel rijst van de vorige avond over, basi al, maar voor de twee magere scharminkels van de bamboekar was dit een portie manna uit de hemel. De rijst werd op twee pisangblaren onder de kar uitgestort en maakte daar een torentje van een paar handbreedten hoog. De eters zetten zich tegenover elkaar aan dit torentje neer met een oud en gebutst Bug-a-boo-blik met drinkwater en begonnen dan te eten. Niet schrokkerig of onmatig, maar met bedaarde, zorgvuldige ‘soeaps’ in één ruk door tot de bladeren schoon waren. Ja juist, rijst met rijst en nul couverts. Met het laatste restje water werden de vingertoppen gewassen, de bladeren werden weggeworpen en voldaan en verzadigd strekten de heren zich in hun volle lengte onder de kar uit, schoven de kopiah over de ogen, en vielen in slaap. [Robinson – Piekerans van een straatslijper, 46-47] |
Ga rechtdoor: Jl Johar (Djoharlaan).
Ga rechtsaf: Jl Kemiri (Kenarilaan).
Links: 13 (Hier was vóór WO II het Secretariaat van het Java-Instituut gevestigd.)
Java-InstituutHet Java-Instituut te Batavia stelt zich ten doel de ontwikkeling van de inheemsche cultuur van Java, Madoera en Bali te bevorderen. Het secretariaat is gevestigd te Jogjakarta (Gondolojoe 14). [Geïllustreerde Encyclopaedie van N-I, 475-476] Het Java-Instituut, daartoe in staat gesteld door een bijdrage uit het 25-millioenfonds, richt in Jogja, in aansluiting tot zijn museum Sana Boedaja, een kunstambachtschool op, voorlopig alleen voor hout-, zilver- en koperbewerking. [Locale Techniek-7-6, 178] |